Kodak EasyShare P712 zoom digitale camera — Handleiding


Inhoud > Meer camerafuncties > Opname-instellingen wijzigen

4 Meer camerafuncties

Opname-instellingen wijzigen

U kunt instellingen wijzigen zodat de camera de beste resultaten oplevert:

  1. Druk op de Menu-knop (druk nogmaals om het menuscherm te sluiten).

  2. Duw de joystick naar om een menutabblad te markeren –

    • Opname voor het maken van gewone foto's.

    • Video voor videocamera-instellingen.

    • Instellen voor het aanpassen van uw camera-instellingen.

    • Opname + voor geavanceerde foto-instellingen. (Alleen beschikbaar in de modi P, A, S, M en C.)

  3. Duw de joystick naar om de instelling die u wilt wijzigen, te markeren. Druk vervolgens op de OK-knop.

  4. Kies een optie en druk op de OK-knop.

Opties in het menu Still (foto)

Opname

Sommige instellingen zijn niet beschikbaar in de modi Auto (Automatisch) en SCN (Scène).

Instelling Picto[shy ]gram Opties die in Liveview worden weergegeven

Fotoformaat

Hiermee kiest u een fotoresolutie.

Deze instelling blijft bewaard in de modi Auto (Automatisch), SCN (Scène), P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

7,1 MP (standaard)—voor afdrukken tot 50 cm x 75 cm; de foto's hebben de hoogste resolutie en de grootste bestandsgrootte.

6,3 MP (3:2)— ideaal voor afdrukken van 10 cm x 15 cm, zonder dat een deel van de opname verloren gaat. Ook voor afdrukken tot 50 x 75 cm.

5,0 MP— voor afdrukken tot 28 cm x 36 cm; foto's hebben een gemiddelde resolutie en een geringere bestandsgrootte.

3,1 MP—voor afdrukken tot 20 cm x 25 cm; foto's hebben een gemiddelde resolutie en een geringere bestandsgrootte.

1,2 MP—voor afdrukken van 10 cm x 15 cm, voor het verzenden van e-mails, weergave op internet, schermweergave of om ruimte te besparen.

Bestandstype

Alle gegevens, behalve RAW- of TIFF-gegevens, worden gecomprimeerd om de opslagcapaciteit (hoeveelheid geheugen) te vergroten of de overdrachtstijden te verkorten.

Deze instelling blijft bewaard in de modi Automatisch, Scène, P, A, S, en M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Fijn— JPEG, minder compressie, hogere kwaliteit.

Standaard (standaard)— JPEG, standaardcompressie.

Basis—JPEG, meer compressie, laagste kwaliteit.

RAW—Onverwerkte beeldgegevens in de oorspronkelijke staat waarop witbalans, scherpte, contrast, enz. niet zijn toegepast. Zie RAW-bestandsindeling voor het maken van een afdrukbaar bestand.

TIFF— Ongecomprimeerde bestandsindeling voor het opslaan van beelden met veel details. Ideaal voor softwareprogramma's voor scanners en grafische toepassingen.

OPMERKING: RAW en TIFF zijn niet beschikbaar als bestandstype in de modi Automatisch en Scène. Als u in de PASM-modi het bestandstype instelt op RAW of TIFF, en vervolgens overschakelt naar de modus Automatisch of Scène, dan wordt de standaardinstelling van het bestandstype hersteld.

Kleurmodus

Hiermee kiest u kleurtinten.

Deze instelling blijft bewaard in de modi Auto (Automatisch), SCN (Scène), P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Veel kleuren

Natuurlijke kleuren (standaard)

Weinig kleuren

Zwart-wit

Sepia

OPMERKING: Met de EasyShare-software kunt u een kleurenfoto omzetten in een zwartwit- of sepiafoto. U kunt een zwartwit- of sepiafoto echter niet terugzetten naar een kleurenfoto, behalve met foto's in de RAW-bestandsindeling.

Niet beschikbaar in de modus Video.

Datumstempel

Hiermee dateert u uw foto's.

Deze instelling blijft bewaard in de modi Auto (Automatisch), SCN (Scène), P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Kies een datumoptie of schakel de functie uit. (Standaard uitgeschakeld.)

Opties in het menu Video

Video

Sommige instellingen zijn niet beschikbaar in de modi Auto (Automatisch) en SCN (Scène).

Instelling Picto[shy ]gram Opties die in Liveview worden weergegeven

Videoresolutie

Hiermee kiest u een videoresolutie.

De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt.

640 x 480—hogere resolutie en grotere bestandsgrootte. De video wordt afgespeeld in een venster van 640 x 480 pixels (VGA).

320 x 240—lagere resolutie en geringere bestandsgrootte. De video wordt afgespeeld in een venster van 320 x 240 pixels (QVGA).

Videolengte

Kies de lengte van de video.

Deze instelling blijft van kracht tot u de camera uitschakelt.

Continu (standaard)—zolang er ruimte is op de kaart of in het interne geheugen of tot de sluiterknop wordt ingedrukt.

5, 15 of 30 seconden

Autom. scherpstellen

Hiermee kiest u een instelling voor automatisch scherpstellen.

De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt.

Continue AF (standaard) —gebruikt de externe AF-sensor en TTL-AF (via de lens). Omdat de camera altijd scherpstelt, is het niet nodig om de sluiterknop half in te drukken om scherp te stellen.

Eenmalige AF —gebruikt de externe AF-sensor en TTL-AF als de sluiterknop half is ingedrukt.

Opties in het instelmenu

Instellen

Instelling Picto[shy ]gram Opties

Helderhd LCD-scherm

Hiermee past u de helderheid van het LCD-scherm aan.

1, 2, 3 (standaard), 4 of 5

Zoekraster vastleggen

Gebruik het zoekraster als u een onderwerp in beeld wilt brengen. Het zoekraster verdeelt het EVF/LCD-scherm in 3 x 3 vakken. Zowel horizontaal als verticaal hebt u drie rijen. Deze functie is handig als u een foto wilt maken met een gelijkwaardige verdeling tussen water, grond en lucht.

Aan

Uit (standaard)

Beeldopslag

Hiermee kiest u een opslaglocatie voor foto's en video's.

Deze instelling is niet beschikbaar in de modus Favorieten.

De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt.

Automatisch (standaard)—als er een kaart in de camera is geplaatst, wordt deze kaart gebruikt. Het interne geheugen wordt gebruikt als er geen kaart is geplaatst.

Intern geheugen —de camera gebruikt altijd het interne geheugen, zelfs als er een kaart is geïnstalleerd.

Album instellen (Foto, Video)

Hiermee kiest u albumnamen.

De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt.

Selecteer albumnamen voordat u foto's of video's maakt. Vervolgens worden alle foto's of video's die u maakt met de desbetreffende albumnamen gelabeld. Zie Vooraf labelen voor albumnamen .

Beeldstabilisator

De optische beeldstabilisatie vermindert het bewegen van de hand, zodat foto's en videobeelden scherp en helder zijn.

Continu (standaard)—beeldstabilisatie is altijd ingeschakeld.

Enkel —beeldstabilisatie wordt ingeschakeld wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt.

Uit—de instelling is uitgeschakeld.

AE/AF-knop instellen

Hiermee bepaalt u hoe de AE/AF-knop werkt. Zie De AE/AF-knop gebruiken.

AE-vergrendeling (standaard)

AF-vergrendeling

AE/AF-vergrendeling

Prog.knop Opname instellen

Programmeer deze knop in de modus Opname voor directe toegang tot uw favoriete camera-instellingen.

Zie De programmeerknop gebruiken .

Prog.knop Bekijken instellen

Programmeer deze knop in de modus Bekijken voor directe toegang tot uw favoriete bekijk-instellingen.

Zie Instellingen voor bekijken programmeren.

Oriëntatiesensor

Hiermee draait u de foto's zodat deze met de juiste zijde naar boven worden weergegeven (alleen in de opnamemodus Foto).

Aan (standaard)

Bij overdracht

Uit

Quickview

Hiermee kunt u aangeven of Quickview standaard in- of uitgeschakeld moet zijn. (Zie De zojuist gemaakte foto of video met Quickview bekijken voor meer informatie.)

Aan (standaard)

Uit

Geavanc. digit. zoom

Hiermee kiest u hoe de digitale zoom wordt gebruikt.

Continu—geen pauze tussen de optische en digitale zoom (alleen in de opnamemodus Foto).

Onderbreken—wanneer de 12x optische zoom is bereikt, laat u de zoomknop los en drukt u vervolgens opnieuw op de zoomknop om de digitale zoom te gebruiken.

Geen (standaard)—de digitale zoom is uitgeschakeld.

Camerageluiden

Hiermee kiest u een algemeen thema of afzonderlijke geluiden.

Thema (standaard) – algemeen.

Sluiter – algemeen.

Zelfontspanner

Fout

Geluidsvolume

Hiermee schakelt u alle geluiden uit of stelt u een volumeniveau in.

Uit

Laag

Normaal (standaard)

Hoog

Modusbeschrijving

Hiermee geeft u de modusbeschrijvingen weer.

(Beschrijvingen voor de modus SCN [Scène] blijven actief.)

Aan (standaard) Uit

Bijbehorende lens

Hiermee zorgt u voor een juist gebruik van de bijbehorende lens voor automatisch scherpstellen.

Aan Uit (standaard)

Datum en tijd

Hiermee stelt u de datum en tijd in.


Zie De taal en de datum en tijd instellen – eerste keer.


Video-uitgang

Hiermee kiest u de instelling die geschikt is om de camera op een televisie of een ander extern apparaat aan te sluiten.

NTSC (standaard)—wordt gebruikt in Noord-Amerika en Japan; de meest voorkomende tv-standaard.

PAL—wordt gebruikt in Europa en China.

Ext. flitser

Hiermee kiest u een externe-flitserinstelling.

Alleen externe flitser Camera en ext. flitser (standaard)

EVF/LCD in stand-by

Hiermee selecteert u wanneer u het EVF/LCD-scherm tijdelijk wilt uitschakelen.

15 of 30 seconden

1 minuut (standaard)

2 minuten

Autom. uitschakelen

Hiermee selecteert u wanneer u wilt dat de camera zichzelf automatisch uitschakelt.

3 minuten (standaard)

5, 10, 15 of 30 minuten

Taal Hiermee kiest u een taal.

Zie De taal en de datum en tijd instellen – eerste keer.

Camera-inst. herst.

Hiermee kunt u de standaardinstellingen van de camera voor alle opname-instellingen herstellen.

Herstel de standaardinstellingen van de modi Auto (Automatisch), SCN (Scène), P, A, S en M. De instellingen voor de C-modi blijven bewaard.

Formatteren

LET OP:
Bij het formatteren worden alle foto's en video's verwijderd, ook als ze zijn beveiligd. Als u een kaart tijdens het formatteren verwijdert, kan de kaart beschadigd raken.

Geheugenkaart—wist de volledige inhoud van de kaart en formatteert de kaart.

Annuleren—sluit het menu zonder de wijzigingen op te slaan.

Intern geheugen—wist de volledige inhoud van het interne geheugen, inclusief e-mailadressen, albumnamen en favorieten; formatteert het interne geheugen.

Imager kalibreren

Hiermee controleert en herstelt u de pixelvariatie.

Hiermee controleert u de gevoeligheid van elke pixel in de beeldgenerator, zodat de variaties worden hersteld wanneer er een foto wordt gemaakt.

Info

Hiermee geeft u informatie weer over uw camera.

Cameranaam en firmwareversie.

Opties in de menu's P, A, S, M en C1, C2, C3

Opname +

Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de modi Auto (Automatisch) en SCN (Scène).

Instelling Picto[shy ]gram Opties die in Liveview worden weergegeven

Witbalans

Hiermee kiest u uw lichtinval.

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Automatisch (standaard)—corrigeert automatisch de witbalans. Ideaal voor het maken van gewone foto's.

Daglicht —voor het maken van foto's bij een natuurlijke belichting.

Bewolkt —voor het maken van foto's bij een bewolkte of donkere lucht of in de schemering.

Open schaduw — voor het maken van foto's in de schaduw bij een natuurlijke belichting.

Zonsondergang — zorgt dat de intense kleuren in zonsondergangen bewaard blijven.

Kunstlicht —corrigeert de oranje zweem van gloeilampen. Ideaal voor het maken van foto's binnenshuis bij kunstlicht of halogeenlicht zonder flitser.

Tl-licht —corrigeert de groene zweem van tl-licht. Ideaal voor het maken van foto's binnenshuis bij tl-licht zonder flitser.

Witbalans instellen —hiermee stelt u in op een representatief wit vlak voor een nauwkeurigere instelling.

Aangepast —hiermee slaat u een witbalansinstelling op nadat deze is opgeslagen door de registratiefunctie in de instelling Aangepaste witbalans (raadpleeg ).

Niet beschikbaar in de modus Video.

Aangepaste witbalans

Compensatie—hiermee past u de kleuren aan. Wanneer er compensatie wordt toegepast op de witbalans, wordt er een + (plusteken) naast de onderliggende witbalanspictogrammen geplaatst.

Registratie—slaat de witbalansinstellingen op.

Autom. scherpstellen

Hiermee kiest u een instelling voor automatisch scherpstellen.

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M, C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Continue AF (standaard) —gebruikt de externe AF-sensor en TTL-AF (via de lens). Omdat de camera altijd scherpstelt, is het niet nodig om de sluiterknop half in te drukken om scherp te stellen.

Eenmalige AF —gebruikt de externe AF-sensor en TTL-AF en stelt pas scherp als de sluiterknop half wordt ingedrukt.

Autom. scherpstelgeb.

Hiermee selecteert u een groot of specifiek gebied waarop u wilt scherpstellen.

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Meerdere doelen (standaard)—beoordeelt 25 gebieden (5 x 5) zodat de foto overal even scherp is. Ideaal voor het maken van gewone foto's.

Centrale doelen—beoordeelt het kleine gebied in het midden van de zoeker. Ideaal voor een nauwkeurige scherpstelling van een bepaald gebied op de foto.

Instelbare doelen—gebruik om naar een van de 25 scherpstelgebieden (5 verticaal x 5 horizontaal) te gaan.

Scherpte

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Hoog

Normaal (standaard)

Laag

Contrast

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Hoog

Normaal (standaard)

Laag

Trage flitser

Hiermee kiest u de gewenste trage-flitserinstelling.

Deze instelling blijft bewaard in de modi P, A, S, M en onafhankelijk in C1, C2 en C3 tot u deze wijzigt.

Eerste-gordijnsync. (standaard) —synchroniseert zodra de sluiter wordt geopend. Ideaal voor nachtelijke achtergronden. Een korte sluitersnelheid kan de achtergrond te donker doen lijken. Met deze functie kunt u meer details in de achtergrond weergeven dankzij een korte sluitertijd en daarnaast een flitser voor het onderwerp gebruiken.

Eerst.-grd.sync. rde ogn —eerste-gordijnsynchronisatie en rode-ogenreductie worden gelijktijdig ingesteld. Ideaal voor het fotograferen van personen die zich tegen een helder verlichte, nachtelijke achtergrond bevinden. U kunt zowel de details van de achtergrond vastleggen als het rode-ogeneffect verminderen.

Tweede-gordijnsync. —synchroniseert net voordat de sluiter wordt gesloten. De flitser gaat af net voordat de sluiter wordt gesloten. Hierdoor wordt er achter een bewegend voorwerp een lichteffect gecreëerd en ontstaat een natuurlijkere weergave.


Zet de camera op een vlakke ondergrond of op een statief.

Kopiërn nr aangep. mod.

Hiermee draagt u de huidige instellingen op de camera over naar een aangepaste modus.

Aangepaste modi op de keuzeschakelaar:

Aangep. belicht.mod.

Hiermee kiest u de gewenste opnamemodus. (Zie de aangepaste modi, .)

De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt.

Programma (standaard)

Diafragmaprioriteit

Sluiterprioriteit

Handmatig

Alleen beschikbaar in de modi C1, C2 en C3.



Vorige Volgende