Kodak EasyShare Photo Printer 500 — Handleiding


Inhoud > Problemen oplossen > Problemen met afdrukken

7 Problemen oplossen

Problemen met afdrukken

Probleem Probeer het volgende

Het papier wordt niet ingevoerd

(Het papierlampje brandt mogelijk onafgebroken rood)

BELANGRIJK: Gebruik alleen Kodak-kleurencartridges en -fotopapier die zijn bedoeld voor uw fotoprinter. Gebruik geen inkjetpapier.

  • De papierlade is mogelijk leeg. Plaats papier (Papier plaatsen), installeer de papierlade opnieuw en druk vervolgens op .

  • Controleer het papier:

    1. Verwijder de papierlade (De papierlade plaatsen).

    2. Controleer de papiervoorraad: controleer of het papier niet is beschadigd en of de verwijderbare randen nog aan het papier zitten. Plaats zo nodig nieuw papier.

    3. "Waaier" het papier voorzichtig uit, zodat de vellen niet aan elkaar plakken.

    4. Plaats de papierlade opnieuw. Plaats geen papier boven de lijn met de maximumlimiet.

    5. Installeer de papierlade opnieuw en druk vervolgens op om het afdrukken te hervatten.

  • Maak de rol van de papierinvoer schoon (De rol van de papierinvoer schoonmaken).

Er komen meerdere vellen papier uit de printer

  1. Verwijder de papierlade (De papierlade plaatsen).

  2. Verwijder de papiervoorraad uit de papierlade. "Waaier" het papier voorzichtig uit, zodat de vellen niet aan elkaar plakken.

  3. Plaats de papierlade opnieuw. Plaats geen papier boven de lijn met de maximumlimiet.

  4. Installeer de papierlade opnieuw en druk vervolgens op om het afdrukken te hervatten.

De printer is vastgelopen

(De lampjes van het papier en/of cartridge knipperen snel)

BELANGRIJK: Gebruik alleen Kodak-kleurencartridges en -fotopapier die zijn bedoeld voor uw fotoprinter. Gebruik geen inkjetpapier.

  • Als het papierlampje snel knippert, dient u het volgende te doen:

    1. Verwijder de papierlade (De papierlade plaatsen).

    2. Haal de stekker van de fotoprinter 5 seconden uit het stopcontact en steek deze vervolgens weer in het stopcontact.

      Verwijder voorzichtig het papier als het niet automatisch wordt uitgeworpen.

      BELANGRIJK: Controleer altijd de papiersleuf aan de achterkant van de fotoprinter op vastgelopen papier.

    3. Verwijder de papiervoorraad uit de papierlade. "Waaier" het papier voorzichtig uit, zodat de vellen niet aan elkaar plakken.

    4. Plaats de papierlade opnieuw. Plaats geen papier boven de lijn met de maximumlimiet.

    5. Installeer de papierlade opnieuw, en druk vervolgens op om het afdrukken te hervatten.

  • Controleer de kleurencartridge als het lampje van de kleurencartridge snel knippert.

    BELANGRIJK: De kleurencartridge kan worden vergrendeld als er een papierfout optreedt. U kunt de kleurencartridge pas verwijderen als de papierfout is opgelost. Controleer of het papierlampje uit is voordat u de cartridge probeert te verwijderen (zie Papierlampje in Status van lampjes).

    Verwijder de kleurencartridge, haal de speling uit het lint en installeer de cartridge opnieuw (De kleurencartridge installeren en verwijderen). Druk op om het afdrukken te hervatten.

De printer stopt halverwege met afdrukken

(het papier wordt niet meer ingevoerd en het papierlampje kan knipperen)

BELANGRIJK: Gebruik alleen Kodak-kleurencartridges en -fotopapier die zijn bedoeld voor uw fotoprinter. Gebruik geen inkjetpapier.

  • Controleer het papier:

    1. Verwijder de papierlade (De papierlade plaatsen).

    2. Controleer de papiersleuf aan de achterkant van de fotoprinter.

    3. Verwijder los papier uit de fotoprinter. Zie als het papier is vastgelopen.

    4. Controleer de papiervoorraad: controleer of de verwijderbare randen nog aan het papier zitten. Plaats zo nodig nieuw papier.

    5. "Waaier" het papier voorzichtig uit, zodat de vellen niet aan elkaar plakken.

    6. Plaats de papierlade opnieuw. Plaats geen papier boven de lijn met de maximumlimiet.

    7. Installeer de papierlade opnieuw en druk vervolgens op om het afdrukken te hervatten.

  • Maak de rol van de papierinvoer schoon (De rol van de papierinvoer schoonmaken).

Er zitten vlekken op de afdruk

  • Er zitten misschien vingerafdrukken op de glanzende zijde van het papier. Houd het papier aan de zijkant of bij de verwijderbare randen vast (Het papier gebruiken en opslaan).

Er zit vuil op de afdruk

  • Controleer of het papier vies is en gebruik een droge, pluisvrije doek om het papier schoon te vegen. Bij een grote hoeveelheid vuil of stof dient u de papierlade grondig schoon te maken en nieuw papier te plaatsen (Papier plaatsen). Controleer de rol van de papierinvoer en maak deze indien nodig schoon (De rol van de papierinvoer schoonmaken).

OPMERKING: Als u het papier wilt opslaan, dient u de papierlade te verwijderen en de klep van de lade te sluiten zodat er geen stof op het papier of aan de binnenkant van het fotoprinter komt (Het papier gebruiken en opslaan).

De afdruk is te licht

BELANGRIJK: Gebruik alleen Kodak-kleurencartridges en -fotopapier die zijn bedoeld voor uw fotoprinter. Gebruik geen inkjetpapier.

  • Controleer of het papier met het Kodak-logo naar beneden is geplaatst. Plaats zo nodig het papier opnieuw (Papier plaatsen).

  • Probeer de foto opnieuw te maken, maar dan met de flitser uitgeschakeld. Raadpleeg de handleiding van uw camera voor meer informatie.

  • Pas de belichtingscompensatie op uw camera aan en probeer de foto opnieuw te maken. Raadpleeg de handleiding van uw camera voor meer informatie.

  • Bewerk de foto met de Kodak EasyShare-software op uw computer. Zie de Help van de EasyShare-software voor meer informatie.

De afdruk is te donker of verkleurd

  • Probeer de foto opnieuw te maken, maar nu met de flitser ingeschakeld, of verander het flitserbereik van de camera. Raadpleeg de handleiding van uw camera voor meer informatie.

  • Pas de belichtingscompensatie op uw camera aan en probeer de foto opnieuw te maken. Raadpleeg de handleiding van uw camera voor meer informatie.

  • Bewerk de foto met de Kodak EasyShare-software op uw computer. Zie de Help van de EasyShare-software voor meer informatie.

  • Zorg ervoor dat de fotoprinter niet in direct zonlicht of in een omgeving met hoge temperaturen is geplaatst.

  • Controleer of de luchtgaten niet geblokkeerd of vies zijn (Een locatie voor de fotoprinter zoeken).

De foto's worden bijgesneden

  • Verander op uw camera de instelling Picture Quality (fotokwaliteit) in 3:2. Raadpleeg de handleiding van uw camera voor meer informatie.

  • Pas bijgesneden foto's aan met de Kodak EasyShare-software op uw computer.

  • Als u afdrukt vanaf een toepassing op uw computer, selecteer dan het juiste papierformaat bij afdrukopties.

OPMERKING: Het bijsnijden is afhankelijk van het geselecteerde fotoformaat (Het afgedrukte fotoformaat wijzigen).

Een geselecteerde foto wordt niet afgedrukt

  • Het afbeeldingsbestand is mogelijk beschadigd. Bekijk de foto op de computer en verwijder deze zo nodig.

  • Het afbeeldingsbestand heeft mogelijk geen JPEG-indeling. De fotoprinter kan alleen JPEG-bestanden afdrukken in de standalone-modus. Sluit de fotoprinter aan op een computer (De fotoprinter op een computer aansluiten) en gebruik EasyShare-software om BMP- en TIFF-indelingen af te drukken.

Er gebeurt niets als u afdrukken probeert te maken

  • Controleer de stroomaansluitingen (De stroom aansluiten).

  • Verwijder de papierlade, controleer of het papier goed is geplaatst en plaats de papierlade opnieuw (De papierlade plaatsen).

  • Plaats papier als het papierlampje onafgebroken rood brandt (Papier plaatsen).

  • Zorg dat de kleurencartridge correct is geïnstalleerd (De kleurencartridge installeren en verwijderen). Installeer een nieuwe cartridge als het lampje van de kleurencartridge brandt.

  • Zorg ervoor dat als u afdrukken vanaf een USB-apparaat wilt maken dat het apparaat is ingeschakeld (indien van toepassing).

Er gebeurt niets als u afdrukken probeert te maken (vanaf een PictBridge-compatibel apparaat)

  • Controleer de USB-aansluitingen tussen het PictBridge-compatibele apparaat en de fotoprinter (Afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat).

  • Herstel de verbinding: koppel de USB-kabel los en sluit deze vervolgens weer op het PictBridge-compatibele apparaat aan.

  • Zorg ervoor dat er ten minste één foto op het interne geheugen van het PictBridge-compatibele apparaat of op de geheugenkaart staat.

Er gebeurt niets als u afdrukken probeert te maken (vanaf de computer)

  • Controleer de USB-aansluitingen van de fotoprinter naar de computer (De fotoprinter op een computer aansluiten).

  • De computer is mogelijk bezig met het overbrengen van foto's. Wacht enkele seconden en probeer het opnieuw.

  • Open het printermenu voor uw systeem. Verwijder de vinkjes naast Afdrukken onderbreken en Off line, als deze opties zijn ingeschakeld.

  • Sluit onnodige softwaretoepassingen. Koppel de USB-kabel los van de fotoprinter en sluit deze vervolgens weer aan op de computer (De fotoprinter op een computer aansluiten).

  • Zorg dat de Kodak EasyShare-software is geïnstalleerd (De software installeren). Installeer zo nodig de software. Als u voor Aangepast kiest, controleer dan of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.

  • Verwijder de Kodak EasyShare-software en installeer deze vervolgens opnieuw (De software installeren).

  • Controleer of uw computer aan de minimale systeemvereisten voldoet. Voer zo nodig een upgrade van uw systeem uit.

Het afdrukken gaat langzaam

OPMERKING: Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de afdruksnelheid afnemen zodat de printkop niet oververhit raakt. Het inschakelen van de functie voor rode-ogenreductie kan ertoe leiden dat het maken van afdrukken langer duurt.

  • Zorg ervoor dat de fotoprinter niet in direct zonlicht of in een omgeving met hoge temperaturen is geplaatst.

  • Controleer of de luchtgaten niet geblokkeerd of vies zijn (Een locatie voor de fotoprinter zoeken).

  • Sluit onnodige softwaretoepassingen.

  • Controleer of uw computer aan de minimale systeemvereisten voldoet. Voer zo nodig een upgrade van uw systeem uit.

Kan de kleurencartridge niet verwijderen (het papierlampje brandt onafgebroken oranje of knippert)

BELANGRIJK: De kleurencartridge kan worden vergrendeld als er een papierfout optreedt. U kunt de kleurencartridge pas verwijderen als de papierfout is opgelost. Controleer of het papierlampje uit is voordat u de cartridge probeert te verwijderen (zie Papierlampje in Status van lampjes).

  • Controleer of de papierlade leeg is en of er geen perforatieranden ontbreken aan het papier. Plaats zo nodig nieuw papier (Papier plaatsen) en probeer het opnieuw.

  • Controleer of het papier niet is vastgelopen. Verhelp de storing zo nodig () en probeer het opnieuw.

  • Haal de stekker uit het stopcontact, steek de stekker weer in het stopcontact en probeer het nogmaals.

    BELANGRIJK: Als u de stekker weer in het stopcontact steekt, gaat de kleurencartridge misschien naar de volgende sleuf op het lint, waardoor er een verschil in voorraad ontstaat (zie hieronder).

Het papier is op voordat de kleurencartridge leeg is (of vice versa)

  • Het verschil in voorraad kan verschillende oorzaken hebben, zoals:

    – Papier dat als gevolg van storingen of andere fouten is verwijderd.

    – Een lichte verspringing van het lint van de kleurencartridge door het verhelpen van speling uit het lint of het verhelpen van storingen.

    – Een verspringing van het lint van de kleurencartridge als de stekker weer in het stopcontact wordt gestoken om de kleurencartridge te ontgrendelen.

    Het verschil in voorraad zal blijven bestaan als u uw fotoprinter blijft gebruiken. Als u uw cartridge en papiervoorraad synchroon wilt houden, dient u respectievelijk de ongebruikte cartridge of het ongebruikte papier te verwijderen als de papierlade of de cartridge leeg is.

Er gebeurt niets als u afdrukken probeert te maken van een apparaat dat Bluetooth- technologie ondersteunt.

  • De interne Bluetooth-radio is uitgeschakeld. Druk op de Bluetooth-knop en probeer het opnieuw.

  • Verplaats uzelf binnen het bereik van het Bluetooth-radiosignaal (10 m).

  • Het apparaat kan de printer niet vinden. Schakel de draadloze technologie in en laat het apparaat opnieuw zoeken.

  • Het apparaat werkt niet met een OPP- of FTP-profiel.



Vorige Volgende