KODAK ESP All-in-One printer uit de Office 6100-serie — Uitgebreide gebruikershandleiding


Inhoudsopgave > Faxen > Een fax voorbereiden op verzending

7 Faxen

Een fax voorbereiden op verzending

Voordat u een fax verstuurt, maakt u indien nodig een voorblad, plaatst u de originelen en wijzigt u zo nodig de resolutie en helderheid.

Een faxvoorblad afdrukken

Als u een faxvoorblad nodig hebt, kunt u er een afdrukken met de printer en de informatie verder handmatig invullen (persoon aan wie u de fax verstuurt, faxnummer, uw naam, enz.).

Een faxvoorblad afdrukken:

  1. Druk op Home.

  2. Druk op om Faxinstellingen te selecteren en druk op OK.

  3. Druk op om Faxvoorblad afdrukken te selecteren en druk vervolgens op OK.

  4. Plaats papier van Letter- of A4-formaat en druk op de startknop Black (zwart) of Color (kleur) om met afdrukken te beginnen.

    OPMERKING: druk het faxvoorblad af door een van de twee startknoppen in te drukken. Het maakt niet uit welke startknop u indrukt; het faxvoorblad wordt alleen in zwart-wit afdrukt.

Originelen plaatsen

Voor het faxen van documenten op normaal papier (maximaal 30 pagina's) plaatst u het origineel of de originelen in de automatische documentinvoer (ADF).

Voor het faxen van een foto, originelen op dik papier of een document dat te klein of te groot is voor de ADF, plaatst u het origineel op de glasplaat van de scanner. (De ADF accepteert originelen van 6,9 x 9,8 inch / 18 x 25 cm tot 8,5 x 14 inch / 22 x 36 cm.)

OPMERKING: U kunt slechts één pagina tegelijk faxen vanaf de glasplaat van de scanner.

Zie Originelen plaatsen voor meer informatie over het plaatsen van originelen.

Resolutie en helderheid wijzigen

Voordat u de fax verstuurt, kunt u indien nodig de instellingen voor resolutie en helderheid wijzigen op basis van het origineel.

Instellingen wijzigen voordat u de fax verstuurt:

  1. Houd de knop Fax (faxen) ingedrukt.

  2. Selecteer Fax verzenden en druk op OK.

  3. Selecteer Faxopties en druk op OK.

  4. Druk op om Resolutie te selecteren.

    De instelling voor resolutie bepaalt hoe gedetailleerd de documenten worden verzonden. Selecteer:

    • Standaard (standaard) voor de meeste documenten

    • Fijn voor documenten met kleine letters

    • Foto voor foto's

  5. Druk op om Helderheid te selecteren.

    Pas de helderheid aan op basis van hoe licht of donker het origineel is. Selecteer:

    • Normaal (standaard) voor de meeste documenten

    • +1 tot +3 om donkere originelen lichter te maken

    • -1 tot -3 om lichte originelen donkerder te maken

    OPMERKING: als u deze instellingen niet wilt opslaan, verzendt u de fax. De instellingen gelden dan alleen voor de huidige overdracht. Als u deze instellingen wel als standaardinstellingen wilt opslaan:
    1. Druk op om Opslaan als standaardinstellingen te selecteren en druk vervolgens op OK.

    2. Selecteer Ja en druk op OK.




Vorige Volgende